Wie me op Instagram volgt weet dat ik met enige regelmaat naar het buitenland ga om te werken. Mijn eerste boek werd grotendeels geschreven in Zweden (lees er hier meer over), mijn tweede boek, Solo reizen, al backpackend door Indonesië, Maleisië en Thailand, en ook andere opdrachten zijn dikwijls geschreven op buitenlands grondgebied. Op reis heb ik altijd heel veel inspiratie en zin om te schrijven, om dingen te maken, om mensen te vertellen over wat ik meemaak. En aangezien je tegenwoordig bijna overal wifi hebt, laptops steeds kleiner en beter worden, en je dankzij Airbnb af en toe je eigen kantoor kunt opzetten is werken tijdens het reizen makkelijker en realistischer dan ooit. En zeg nou zelf, áls je werk hebt dat je niet per se in Nederland hoeft te doen, waarom zou je het dan niet op z’n minst een keer proberen dat in het buitenland te doen?
Voor iedereen die het overweegt of binnenkort gaat, hier wat tips en lessen die ik heb opgedaan tijdens mijn eigen werkreizen. Een algemene noot is wel van belang, want bij mij is het zo dat reizen vaak mijn werk is. Als in, mijn werk is schrijven, en ik schrijf over dat reizen. Ik werk hoofdzakelijk in mijn eentje, hoef weinig te overleggen en kan ook best af en toe een paar dagen zonder (goede) wifi. Stel jij werkt als emailmarketeer, of websitebouwer, dan zijn zaken als wifi belangrijker. Er zijn tal van banen of klussen waarbij je in het buitenland kunt werken, maar uiteraard leent de ene job zich er beter voor dan de ander. Dat gezegd hebbende, hier in willekeurige volgorde mijn tips voor werken in het buitenland.
1. Zorg voor autonomie
Dit zal niet voor elke baan of klus even makkelijk zijn, maar ik heb gemerkt dat ik het fijn vind zo autonoom mogelijk te werken. Dat betekent niet dat alles per se alleen gedaan moet worden, maar wel op een manier dat ik zelf beslissingen en keuzes kan maken. Tijdens het schrijven van Solo reizen had ik weliswaar regelmatig contact met m’n redacteur, uitgever en vormgever, ik kon wel altijd zelf aan de slag en hoefde niet steeds te wachten op hun input. Net als voor deze blog, ik hoef niet te overleggen met een redactie (bijvoorbeeld bij een tijdschrift) en kan gewoon zelf bepalen wat er wanneer online komt. Als je steeds op goedkeuring of input van een ander moet wachten om jouw product te leveren, zal dat je vertragen en irriteren. Je zit met tijdsverschil, soms heb je geen goede wifi, geen lekkere werkplek, er kan van alles gebeuren. Zelfstandig en autonoom kunnen werken is voor mij heel belangrijk.
2. Neem een powerbank en eventueel een verlengsnoer mee
Die powerbank is echt onmisbaar, want hiermee kun je altijd je telefoon opladen en die is in ieder geval voor mij van levensbelang. Tuurlijk, ik schrijf op mijn laptop, maar mijn iPhone gebruik ik voor aantekeningen, foto’s maken en bewerken, social bijhouden, kaarten bekijken, snelle research, geluidsopnames, en nog duizend andere dingen. Ook heb ik tijdens mijn laatste reis een stuk met een verlengsnoer gereisd, omdat ik er helemaal gek van werd dat ik steeds net niet in de buurt van stopcontacten zat. Mensen kijken je soms even raar aan maar ach, kan jou het schelen. Hou je ogen op voor de Heilige Drie-eenheid
En dat is de volgende: een tafel en stoel met rugleuning + snelle wifi + stopcontact in de buurt. Als je dan ook nog een leuke tent hebt met wellicht wat uitzicht op iets moois dan moet je nooit meer weggaan. Ik kan het inmiddels niet meer laten om bij leuke zaken meteen te kijken of er ergens stopcontacten zitten, want dat betekent dat ik er een middagje of dagje kan werken. Goed op letten dus.
4. Koop een lokale simkaart
Want wifi werkt gewoon lang niet overal even goed en met een lokale simkaart kun je dan je eigen hotspot opzetten. Ook fijn om tijdens verloren uren (in een bus/trein) even die emails te versturen, factuur op te stellen of die tekst door te lezen. Ik werk in de praktijk heel veel vanaf m’n iPhone en vind dat hartstikke fijn.
5. Boek af en toe een Airbnb
Want werken vanaf het strand klinkt natuurlijk leuk en zorgt voor leuke foto’s, soms wil je ook gewoon even aan een normaal bureau normale werkdagen maken. Althans, dat had ik. Dus boekte ik voor anderhalve week een appartement in Kuala Lumpur via Airbnb en zat daar van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat achter m’n bureau. Tussendoor lunchte ik in de buurt, wandelde ik een paar uur door de stad, bezocht de Batu Caves, gewoon, leuke dingen. Het was héérlijk om een dagelijks ritme te hebben, een bureau waar ik m’n spullen kon laten liggen en rust en ruimte om elke dag flink meters te maken. Let bij het boeken van je appartement op aanwezigheid van een goede tafel met goede stoel, bij voorkeur op een fijne plek in de ruimte. Bijvoorbeeld voor een raam met uitzicht. Neem geen genoegen met krukken ofzo, je moet echt een goede stoel hebben. Je kunt het vakje ‘laptopvriendelijke werkplek’ aanvinken tijdens het zoeken.
6. Meld je aan bij Nomad List
Nomad List is een database met ruim 2000 plekken op aard, gerangschikt op basis van wat belangrijk is voor digital nomads. Gemiddelde wifisnelheid bijvoorbeeld. Er staat hoeveel het gemiddeld kost om ergens te wonen, of er Engels gesproken wordt, er veel werkplekken te vinden zijn, etc. Je kunt een lidmaatschap van een tientje per maan afsluiten en toegang krijgen tot een netwerk van ruim 10.000 digital nomads die tips delen, maar ook werk. Zeker voor wie regelmatig acquisitie moet doen zijn dit soort initiatieven fantastisch handig.
7. Hou werk en reizen gescheiden
Het was mijn grootste valkuil: teveel werken en daardoor te weinig vrijheid hebben om te kunnen reizen. Reizen gaat om vrijheid, om geen verplichtingen hebben, om avonturen aangaan en wel te zien waar je uitkomt. Als je gebonden bent aan wifi, stopcontacten en enigszins lekker zittende stoelen heb je helemaal geen vrijheid meer. Ik heb zo vaak gehad dat mensen in m’n hostel zeiden ‘kom we gaan dit of dat doen, ga je mee?’ en dat ik dan ‘nee’ moest verkopen omdat ik nog een deadline had. Nu is dat op zich niet zo erg, dat hoort nou eenmaal bij werken, maar wanneer je hier helemaal geen aandacht besteed zal het tijdens werken voelen dat je van alles mist, en tijdens leuke dingen doen voelen alsof je aan het spijbelen bent – en dat is best kut. De volgende reis die ik doe ga ik het dan ook beter verdelen. De ene week werk, de andere week niet. Dan kan ik die ene week overal ja op zeggen, alles doen, genieten van de vrijheid van reizen, en de andere week weet ik dat ik gewoon aan de bak moet. De vrije week slaap ik in hostels en lang leve de lol, de andere week kijk ik of ik een (betaalbaar) guesthouse kan vinden zodat ik meer rust en privacy heb. Lang verhaal kort: hou de twee gescheiden, want anders gaan beide componenten je tegenstaan en dat is doodzonde.

Werken in het buitenland, zo doe je dat.
8. Blijf realistisch
In het verlengde van het voorgaande, blijf realistisch en vergeet niet dat werken in het buitenland nog steeds werken is. Tuurlijk is het heerlijk om je pauze aan een tropisch strand door te brengen, maar uiteindelijk ben je verder gewoon aan het werk en dat is vaak net zo vermoeiend als thuis. Zelf had ik na mijn winterreis van 2,5 maand waarin ik Solo reizen schreef, in het vliegtuig naar huis een enorm vermoeid gevoel en ik hunkerde echt naar vakantie. Nog steeds. Al met al is het op moment van schrijven een jaar geleden dat ik voor het laatst vakantie had, ook al ben ik heel vaak op reis geweest in de tussentijd. Dus ga je een paar weken of maanden naar het buitenland om te werken, vergeet niet dat dat niet hetzelfde is als vakantie en maak daar eventueel tijd voor vrij.
9. Negeer jaloezie
Want dat ga je ontvangen. Veel mensen denken dat ik altijd op vakantie ben (wat dus niet zo is, zie vorige punt), dat ik tijdens zo’n reis alleen maar op het strand hang en misschien af en toe even achter m’n computer zit. Allemaal niet waar, maar begin er niet aan mensen op andere gedachtes te brengen want niemand wil jouw realisme horen. Ik krijg vaak semi of ronduit jaloerse reacties, zowel online als ‘in het echt’, maar inmiddels leg ik dat (meestal) naast me neer en trek ik het me niet meer aan. Soms wel hoor, maar veel minder vaak dan vroeger.
10. Accepteer het gebrek aan begrip van thuisblijvers
Hangt ook een beetje samen met het voorgaande, reken niet op al teveel begrip van mensen thuis als jij zegt moe te zijn / het druk te hebben / stress te voelen / een kutdag te hebben. ‘Och je bent toch heeeerlijk op plek X, geniet nou maar gewoon.’ Jaha Sandra maar ik heb het gewoon tering druk hier, ook al zit ik op Bali, mag dat??? Of als ik op persreis ga, dan zeggen mensen altijd ‘oh heeerlijk, geníet er maar goed van.’ Dat doe ik ook wel en het is ook allemaal een enorm voorrecht, maar het is ook gewoon werk en heus niet allemaal even leuk. Maar als je foto’s laat zien van al die mooie plekken wil echt niemand horen dat er ook nadelen zijn, dus ook hier, begin er maar niet aan.
11. Sluit je aan bij gelijkgestemden
Zelf werk ik graag alleen en krijg ik al snel een beetje jeuk van plekken met teveel ‘digital nomads’, maar ook ik moet toegeven dat het soms best lekker is om jezelf te omringen met mensen die hetzelfde doen als jij en waar je dus niets aan hoeft uit te leggen. Ze hoeven niet hetzelfde werk te doen, maar gewoon ook werken tijdens het reizen. Je kunt nog eens wat tips uitwisselen en samen mopperen over het gebrek aan stopcontacten in plek X, iets waar gewone reizigers vast niet mee bezig zijn. Google of er co-working spaces zijn in de plek waar je bent, plaats een oproepje op Facebook, LinkedIn, CouchSurfing of andere plekken waar reizigers elkaar digitaal ontmoeten.
Goeie tips, kan me er helemaal in vinden! En mega zin weer de hort op te gaan nu!